Zesdaegse Oôrlog: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Ouddorp (Overleg | biedraegen)
Nieuwe bladzie mee as inoud: right|300px right|300px De '''Zesdaegse O...
(geen verschil)

Versie op 22 nov 2012 19:06

De Zesdaegse Oôrlog (ok: Juni-oorlog) (Arabisch: حرب الأيام الستة, harb al‑ayyam as‑sitta; Hebreeuws: מלחמת ששת הימים, milchemet sheshet ha-jamim) was een oôrlog die tussen 5 en 10 juni 1967 wier uut'evochten tussen Israël en de Araobische buurlan'n Ehypte, Jordanië en Syrië. Dizze lan'n ae een bloedekel an Israel, naedat 't land z'n eihe onafankelijk ao verklaerd in 1948 en won van een combinaotie van Araobische lan'n. Ok in 1956 verlore ze van dat kleine Israel. Voortdurend waere ze belust op wraek. Ze konne 't nie hao da ze verlore van ofstammelingen van aopen en vèrrekes. In 1967 kwamt toet een uutbarsting.

Israël veroverende de Gazastrook ent schiereiland Sinaï op Ehypte, de Westelijke Jordaonoever op Jordanië en de Golanhoôgten op Syrië. Deu de gevechten vluchtten vee Palestijnen en Syriërs uut de deu Israël ingenomen gebieden. De nieuwe situaotie die bie dizze oôrlog ontstong, zou de geopolitiek van dit gebied bluuvend verandere.

De leiding van de Israëlische strijdkrach'n berustte bie minister van Defensie Moshe Dayan en legerbevelhebber Yitzchak Rabin.

Anleiding

In april 1967 beschoot Syrië vanaf de Golanhoogten Israëlische dorpen hevig. Daarop schoot Israël zes Syrische MIG-gevechtsvliegtuigen neer, liet een Israëlisch vliegtuig boven Damascus vliegen, en waarschuwde Syrië niet opnieuw Israël aan te vallen. Het aantal grensincidenten nam toe, en een groot aantal Arabische leiders, zowel van politieke als militaire zijde, riep op tot het beëindigen van de Israëlische represailles. Egypte liet deze oproepen gepaard gaan met plannen zijn legers opnieuw in de Sinaï te stationeren.

Op 13 mei 1967 berichtte de Sovjet-Unie aan Egypte, in strijd met de waarheid[1], dat Israël troepen samentrok aan de Syrische grens om Syrië binnen te vallen[2]. Egypte reageerde hierop door op 22 mei aan te kondigen dat de Straat van Tiran – de toegang tot de Golf van Akaba – vanaf 23 mei gesloten zou zijn voor schepen varende onder de Israëlische vlag of vervoerende strategische goederen[3], daarmee dus de Israëlische haven van Eilat blokkerend. Deze blokkade werd door Israël opgevat als casus belli (daad die oorlog rechtvaardigt), waarvoor Israël reeds jarenlang gewaarschuwd had. Doordat de vredesmacht van het Egyptisch grondgebied was verdwenen was er geen buffer meer tussen Israël, dat geen vredesmacht toeliet op zijn grondgebied, en Egypte, dat zijn divisies naar de Israëlische grens liet oprukken. Op 27 mei verklaarde president Nasser: "Ons belangrijkste doel zal zijn de vernietiging van Israël. Het Arabische volk wil vechten."[4]

De oôrlog

De Israëlische aanval op Egypte[5] begon met de vernietiging van de Egyptische luchtmacht. Dat was ruimschoots de grootste en modernste van alle Arabische luchtmachten, met 385 vliegtuigen, allemaal van Russische makelij en relatief nieuw. Egypte beschikte onder andere over 45 Tupolev Tu-16 Badger middelgrote bommenwerpers. Op 5 juni 7:45 verliet de Israëlische luchtmacht het Israëlische luchtruim, met achterlating van hooguit een handvol straaljagers, op weg naar een massale aanval op Egyptische vliegvelden.

De Egyptische afweer was bijzonder mager omdat geen enkel vliegveld voorzien was van bunkers sterk genoeg om de Egyptische militaire vliegtuigen te beschermen. Dit gold zeker voor de vooruitgeschoven posten in de Sinaï. De Israëlische bombardementen richtten zich zowel op de vliegtuigen zelf, als op de landingsbanen, zodat deze onbruikbaar werden. Onbeschadigde Egyptische vliegtuigen konden daardoor niet opstijgen en bleven een gemakkelijk doelwit voor de volgende golf bombardementen. Vrijwel de gehele Egyptische luchtmacht werd op de grond vernietigd, tegenover minimale Israëlische verliezen. Gedurende de rest van de oorlog was Israël verzekerd van overmacht in de lucht.

De Israëlische strijdkrachten trokken samen bij de grens met Egypte. Het betrof 3 divisies bestaande uit 9 brigades waarvan 5 met tanks en pantserwagens, daarnaast nog 3 reservebrigades. De Egyptische strijdkrachten omvatten 7 divisies, waarvan 5 infanterie- en 2 tankdivisies. Vier infanteriedivisies bevonden zich dicht bij de Egyptisch-Israëlische grens in de Sinaï, een infanteriedivisie en een tankdivisie in het centrale deel van de Sinaï en een tweede tankdivisie lag in het westen van het schiereiland. Daarnaast was er nog een versterkte brigade (met 200 tanks) onder commando van kolonel Shazly gelegerd in zuidelijk Sinaï met de orders Eilat te omsingelen in geval van een oorlog. Alles bij elkaar beschikte Egypte over 100.000 troepen en 1000 tanks in de Sinaï, aangevuld met stukken artilleriegeschut. Deze opstelling was gebaseerd op Sovjet-Russische doctrine, waarin gepantserde voertuigen op strategische diepte een regelbare verdedigingslinie vormen terwijl infanteristen aan de grens vechten.

De noordelijkste Israëlische divisie, bestaand uit drie brigades en onder commando van tankcommandant Israël Tal vorderde langzaam door de Gazastrook en El Arish, zonder al te veel tegenstand. De centrale divisie (Avraham Yoffe) en de zuidelijke divisie (Ariel Sharon) stuitten daarentegen op zware verdediging in het gebied van Abu-Ageila-Kusseima. De Egyptische strijdkrachten aldaar omvatten een infanteriedivisie (de 2e), een bataljon antitankeenheden en een regiment tanks.

Op dat moment opende Sharon de aanval. Hij zond twee van zijn brigades naar het noorden van Um-Katef, de eerste met de opdracht de verdediging van Abu-Ageila te doorbreken en de tweede om de weg naar El Arish te blokkeren en Abu-Ageila vanuit het oosten te omsingelen. Op hetzelfde moment landden parachutisten om de artillerie te vernietigen om zodoende de Israëlische tanks te beschermen. Een combinatie van tanks, parachutisten, infanterie, artillerie en de genie viel de Egyptische posities van voren en van achteren aan, die daarmee van de rest werden afgesneden. De belangrijkste veldslagen, gevoerd op zand en mijnenvelden, duurden drie en een halve dag; daarna viel Abu-Ageila in Israëlische handen.

Veel van de Egyptische eenheden bleven intact en konden bij elkaar worden gevoegd om Israëlische eenheden de weg naar het Suezkanaal te versperren. Maar toen de Egyptische minister van defensie hoorde van de val van Abu-Ageila, beval hij alle eenheden in de Sinaï zich terug te trekken.

De Israëlische legerleiding besloot de Egyptische eenheden niet te achtervolgen maar ze voorbij te gaan en in de bergachtige passen van het westen van de Sinaï te vernietigen. Daarom haastten alle drie de Israëlische divisies zich de daarop volgende twee dagen (6 en 7 juni) naar het westen en bereikten de passen. Sharon en Tal hadden inmiddels elk versterking van een pantserbrigade gekregen. Sharons divisie was via een zuidelijke route naar het Westen gegaan en bereikte de Mitla-pas. Daar ontmoetten ze delen van de divisie van Yoffe, terwijl andere delen van die divisie de Gidi-pas blokkeerden. De eenheden van Tal verdeelden zich langs het Suezkanaal.

De Israëlische poging de Egyptenaren de weg af te snijden was niet geheel succesvol. Alleen de Gidi-pas werd ingenomen voordat de Egyptenaren er waren; op andere locaties konden de Egyptische eenheden over de passen trekken en de westkant van het Suezkanaal bereiken.

Op 8 juni voltooide Israël de inneming van de Sinaï met het sturen van de infanterie naar Ras-Sudar, aan de westkust van het schiereiland. Sharm El-Sheikh, gelegen op het zuidelijkste punt, was reeds een dag eerder ingenomen door eenheden van de Israëlische marine.


Literature

Rifferensies

  1. The Soviet Union And The Six-Day War: Revelations From The Polish Archives (zie hier) Woodrow Wilson International Centre for Scholars; The Mideast: A Century of Conflict; Part 4: The 1967 Six Day War (zie hier) National Public Radio
  2. Benny Morris Righteous Victims: A History of the Zionist-Arab Conflict, 1881-2001. Pg 304
  3. 'Egypt Closes Gulf Of Aqaba To Israel Ships: Defiant move by Nasser raises Middle East tension', The Times, Tuesday, May 23, 1967; pg. 1; Issue 56948; col A.
  4. "Israel launches attack on Egypt" On this day 5th June, BBC.co.uk
  5. Noot: Israël beschouwde de oorlog als een preventieve aanval, een standpunt dat niet universeel werd gedeeld. Egypte en Syrië en hun bondgenoten zagen de aanval als een daad van agressie.